This is quite something to read. The Irish data protection authority is where most GDPR complaints against US tech companies like Facebook end up, because the European activities of these companies are registered there. It has been quite clear in the past few years how enormously slow the Irish DPA has been in dealing with those complaints. Up to the point where the other DPA’s complained about it, and up to the point where the European DPA intervened in setting higher fine levels than the Irish DPA suggested when a decision finally was made. Now noyb publishes documents they obtained, that show how the Irish DPA tried to get the other national DPA’s to accept a general guideline they worked out with Facebook in advance. It would allow Facebook to contractually do away with informed consent by adding boiler plate consent to their TOS. This has been the FB defense until now, that there’s a contract between user and FB, which makes consent unnecessary. I’ve seen this elsewhere w.r.t. to transparency and open data in the past as well, where government entities tried to prevent transparency contractually. Contractually circumventing and doing away with general legal requirements isn’t admissable however, yet that is precisely what the Irish DPA attempted to make possible here through a EU DPA Guideline.

Reading this, the noticeable lack of progress by the Irish DPA seems not to be because of limited resources (as has been an issue in other MS), but because it has been actively working to undermine the intent and impact of the GDPR itself. Their response to realising that adtech is not workable under the GDPR seems to be to sabotage the GDPR.

The Irish DPA failed to get other DPA’s to accept a contractual consent bypass, and that is the right and expected outcome. That leaves us with what this says about the Irish DPA, that they attempted it in the first place, to replace their role as regulator with that of lobbyist:

It renders the Irish DPA unfit for purpose.

Gisteravond vond de 3e Nederlandstalige Obsidian meet-up plaats, dit keer met zeven deelnemers. Organisator was Christian. Het was al weer even geleden dat ik de eerste 2 sessies hield. Veel langer geleden dan ik me realiseerde toen ik het tijdens de sessie gisteren opzocht (de eerste was in april, de tweede in juli)

Omdat ik ziek in bed lig deed ik mee zonder camera en geluid. Af en toe liet ik van me horen in de chat van de online meet-up. Enkele voor mij bekende gezichten, zoals Wouter en Willy, en vooral nieuwe. Dat was prettig want zo hoor je nieuwe dingen.

Een paar dingen die me opvielen en in me opkwamen, voor mijn beperkte energie op was, en ik het gesprek verliet:

Ieder van ons heeft een lange geschiedenis met notitie-apps, en uiteindelijk wint volgens mij de toepassing die niet alleen frictie reduceert om dingen op te slaan en met die dingen te werken, maar die ook andere wegen openhoudt en je niet opsluit in het denken van de maker van de tool. Op een gegeven moment ging het over welke plugins we gebruiken, en ook daar hoorde je reserve voor plugins die je ‘opsluiten’ in de tool, d.w.z. die niet alleen functionaliteit toevoegen, maar ook inhoud die vervolgens buiten Obsidian niet toegankelijk is (in de platte tekstfiles waarin je notities zijn opgeslagen). Later las ik dat er een plugin is die dat opsluitend effect expliciet probeert tegen te gaan voor wat Obsidian zelf aan gegevens opslaat: de Obsidian metadata-extractor die de metadata naar je harde schijf schrijft zodat andere applicaties (zoals bijv AlfredApp) er bij kunnen. Hiermee kun je Obsidian directer vanuit andere applicaties aansturen als je wilt.

Digitaal eerst, of niet?

Digitaal of eerst op papier? Dat is een vraag die al vroeg aan bod kwam. Mede naar aanleiding van hoe Wouter Obsidian gebruikt. Hij doet alles eerst op papier, scant die pagina’s (met Genius Scan van Grizzly Labs op zijn telefoon), en maakt bij elke foto een korte index, zodat hij via de zoekfunctie de juiste scans kan vinden. Na de eerste meet-up waarin hij dat ook vertelde, ben ik mijn eigen papieren notitieboeken ook gaan scannen, met mijn CZUR staande scanner, en maak daar eveneens indexes bij. Dit keer werd me duidelijk dat hij dat net iets anders doet dan ik heb gedaan. Ik maak 1 index per notebook met links naar de plaatjes in de vorm “plaatje12 over #opendata en gesprek met XYZ”, Wouter maakt per scan een note met daarin zijn annotaties, zodat je de afbeelding meteen boven die annotaties ziet staan. Dat lijkt me weliswaar eleganter, maar ook meer werk.

Al heb ik zelf een sterke voorkeur in het meteen digitaal maken van mijn notities, is de rol van papier en pen wel degelijk belangrijk. De reden om als het kan digitaal-eerst te werken heeft vooral met de frictie te maken die de latere omzetting naar digitaal nog altijd betekent. Sinds klas 5 van de basisschool houd ik al notitieblokken vol aantekeningen bij. Dat is 4 decennia aan notitieblokken.
Fysiek iets schrijven is anders en levert andere verbindingen op dan tekst tikken op het scherm.
Fysiek omgaan met bestaande notities heeft dat andere effect ook bij mij: ik plak met enige regelmaat een reeks post-its met inhoud uit mijn notes op de muur om beter te snappen wat onderlinge verbanden kunnen zijn, ‘gaten’ te zien. Ik kan dat welisaar ook in tools als Tinderbox visueel doen op mijn scherm, maar het werkt anders omdat ik dan mijn handen niet gebruik, niet voor de muur in mijn kamer heen en weer drentel etc.

We hadden het ook over lezen op papier of digitaal. Ook daar speelt voor mij de wrijving een rol in hoe je aantekeningen later digitaal kunt verwerken. Ik lees vooral digitaal (het is veelal goedkoper en scheelt thuis vooral enorm veel ruimte), maar voor non-fictie is mijn eigenlijke voorkeur papier, vanwege het overzicht dat het biedt op een manier die e-readers nog altijd niet weten te bieden. Op mijn e-ink device, en voor PDFs die ik in Zotero verzamel is dingen in boeken markeren of in de kantlijn schrijven inmiddels naadloos naar mijn notities te krijgen, zodat ik ze daar inhoudelijk kan verwerken. In deze context werd ook het boek Proust and the Squid: The Story and Science of the Reading Brain van Maryanne Wolf genoemd.

Visueel en tekstgericht

Markdown is een opmaaktaal voor tekst, en Obsidian is een viewer op markdown files, en dus in principe geheel tekstgericht. Je kunt wel plaatjes opnemen maar dat zijn passieve afbeeldingen. Je kunt daarnaast Mermaid diagrammen maken, als manier om in tekst een diagram te definieren.
Tot nu toe was dat weinig nuttig voor me, omdat ik eigenlijk uitsluitend in edit-mode werk, en dan zie je alleen je eigen ruwe tekst, niet de opmaak of het diagram als je die toevoegt. Het is de reden dat veel mensen gelijktijdig de markdown tekst waarin ze werken en het visuele resultaat naast elkaar op hun scherm toonden, maar ik doe dat eigenlijk nooit.
Nu is er sinds kort de Live Preview modus (in beta), waarin je eigenlijk altijd het opgemaakte resultaat van je tekst ziet, totdat je je cursor ergens zet en begint te editen. Dan wordt daar lokaal je orginele markdown zichtbaar. Ik heb nu geen extra muisklikken nodig, en hoef geen extra schermpjes open te hebben om mijn markdown ‘live’ te zien. Dat maakt het weer veel aantrekkelijker voor me om ook visuele elementen in mijn notities (te proberen) te gebruiken.
Een van de deelnemers is een eindexamenkandidaat die de stof deels ook in schetsen en diagrammen vertaalt. Iets visueel maken helpt bij het internaliseren van stof, maar ook bij het naar voren halen van die kennis als je de afbeelding weer ziet. Ingewikkelde complexe dingen laten zich vaak makkelijker in een schets vangen dan in een platte tekst die per definitie lineariteit en hiërarchie suggereert. Tot mijn verrassing gebruikte hij een schetstool die volledig in Obsidian te integreren is, en waarmee je ook zelfs links in een afbeelding naar andere notes kunt opnemen. Die schetstool is Excalidraw, in principe een browsergebaseerde tool. waarvoor iemand een Obsidian plugin heeft gemaakt. Excalidraw is net als Obsidian zelf nog maar anderhalf jaar oud. Daar ga ik zeker mee experimenteren.

In de context van schetsen maken kwam ook The Back of the Napkin van Dan Roam ter sprake, en ik moest zelf ook denken aan sketchnoting en The Sketchnote Handbook van Mike Rohde (alleen al een tof boek omdat ik er in sta 😉 )

Een van de andere deelnemers, Roy Scholten is nadrukkelijk bezig met de rol van visualisatie in het overbrengen van kennis en het helpen bij duiding. Zijn blog Bildung zit vanaf nu in mijn feedreader.

Werk en Privé

Het laatste dat ik even wil aanstippen was een gesprek over of je in je notities werk en privé mengt of juist scheidt, en of je er aparte vaults (losse collecties in Obsidian) voor bijhoudt. Bij mij zit alles op 1 plek, onderscheid maak ik in een folderstructuur zodat dingen over bijvoorbeeld ons huishouden niet staan tussen dingen over een huidig klantproject. Al mijn conceptuele notities zitten wel in één folder, ongeacht het onderwerp, want daar telt de onderlinge (netwerk)verbinding het zwaarst. Mijn folderstructuur is niet thematisch gesplitst maar in aandachtsgebieden in mijn leven (zoals in de Getting Things Done methodiek, en in PARA al zitten mijn projecten allemaal in zo’n aandachtsgebied, anders dan PARA). Voor de genoemde eindexamenkandidaat lag er een splitsing tussen school en de rest, en dat kan ik me goed voorstellen. Je notities voor je eindexamen komen voort uit iets dat je wordt opgelegd, iets vooral buiten je eigen directe interesses of activiteiten. (Tijdens je studie is dat weer net wat anders, daar ontdek je juist welke aspecten je straks in je professie boeiend vindt, dus daar wordt het meer eigen, en minder externe verwachting ondanks de tentamenstructuur). Sommigen doen het net als ik, waar ‘alles’ in het systeem zit. Mijn PKM is deels gebouwd op Getting Things Done en daaruit vloeit die ‘allesomvattendheid’ al voort, maar ook op mijn persoonlijk opvatting dat er weinig verschil is tussen werk en niet-werk voor mij. In die context werd ook gesproken over Kanban of Trello boards voor thuis. Mijn primaire tools voor mijn werk en voor thuis zijn identiek eigenlijk, voor klanten hanteer ik daarnaast meestal andere (die ik grotendeels niet thuis zou willen inzetten, dat is waar). Het thuis hanteren van uit je werk bekende methoden om zo de logistiek thuis te vergemakkelijken, en ruimte te maken voor elkaar lijkt me vooral gezond. Onze eerste verjaardagsconferentie in 2008 ging al hierover.

Dank aan Christian voor het organiseren van deze bijeenkomst, en alle deelnemers voor het delen van hun ervaringen en werkwijzen.

Ook met andere Nederlandstalige Obsidiangebruikers van gedachten wisselen? Die Nederlandstalige Obsidian gebruikers vind je ‘allemaal’ op het Obsidian Discord kanaal #nederlands.

Favorited How Big Tech Runs Tech Projects and the Curious Absence of Scrum by Gergely Orosz

I see scrum used at different levels of quality in different settings, and especially where the focus shifts from delivery to the rituals around enabling the delivery it becomes a drag quickly. Then there’s the ever increasing backlogs and the partial implementation where scrum delivery collides with the rest of an organisation not being ready to pick up on what’s delivered. (HT to Alper Çuğun for surfacing the link in his rss feed)

The success of companies and project management approaches is not always correlated and this story is a reminder of this…..the organizational structure of Big Tech greatly impacts how teams can – and do – execute. …. When talking to engineers at Facebook, Whatsapp, Google, Netflix and similar organizations, most of them have never used Scrum. Should companies dismiss Scrum and other methodologies just because most of Big Tech has done so? … There are many contexts in which switching to Scrum makes perfect sense

Gergely Orosz

Yesterday I had a conversation with Andy Sylvester about the tools I use for my personal process for taking in information, learning and working. He posted our conversation today, as episode 8 in his ‘thinking about tools for thought‘ podcast series. In the ‘show notes’ he links to my series on how I use Obsidian that I wrote a year ago. This is still a good overview of how I use mark down files for pkm and work, even if some details have changed in the year since I wrote it. I also mentioned Respec, which is how I directly publish a client website on a series of EU laws from my notes through GitHub. And not in Andy’s show notes but definitely worth a mention is Eastgate’s Tinderbox.

Downloaded the entire legislative package proposed in July as part of the EU Green Deal. Quite a bit of reading to go through 🙂
These proposals are relevant to my current work on keeping track of the emerging EU legal framework on digitisation, AI and data. Within that framework dataspaces (a single market for data) are proposed, with the Green Deal dataspace being the first to take shape. The Green Deal itself depends on data and monitoring to track progress towards goals, but also to be able to create effective measures, and as a consequence forms a key bridge between data and policy goals. Green and digital overlap strongly here.


the list of legislative documents I downloaded for close reading