In reply to
by Tracy DurnellAs a kid I already hated the word ‘hobby’. Parents/adults always seemed to imply some put-down with that word. Also sentences like ‘why not pick a hobby’ seemed to me to flip means and goal, turning ‘having a hobby’ into a goal and having, finding, or worse coming up, with an interest into a means. I avoid the word hobby (like I avoid the notion of being ‘a fan’ of something for similar reasons). I have interests, some are more dormant currently, others lead to activity at the moment, and it shifts with time. I also found over the years that some of those interests will migrate from an activity in my own time towards paid work, and some to even being the center of work for an extended time. So I’ve come to see interests and activities as a pool from which future work may well spring. At the same time it does not need to be clear how that might happen, better not even, as having the interest is its own reward. Vice versa I am ok with treating any activity I care about as a professional activity (in terms of the tools and practices I bring to it), and that blurs the line between ‘private’ and ‘work’ even more than being self-employed already ensures. Basically it means that when I am not working it mostly looks the same as when I am working. There’s only no administrative follow-up like sending an invoice. It’s a bit like how Henriette and I worded it in a conversation a long time ago: I get up in the morning and go to sleep in the evening, and in between I do stuff.
I have dabbled in hobbies over the years and have a hard time divorcing myself from a productivity mindset. Even if I enjoy an activity it’s hard to make myself do it.
Tracy Durnell
“I’ve come to see interests and activities as a pool from which future work may well spring. At the same time it does not need to be clear how that might happen, better not even, as having the interest is its own reward.” I really like this way of thinking about activities and interests! I think there may be some societal pressure to define our activities as work or casual by whether we make money off them, but money isn’t a great gauge of how seriously we treat an activity, or our level of skill. That serial killer code was just cracked by “hobbyists” who’d been working on it for more than ten years IIRC. I started a big project last year that technically I got a business license for but I’m more interested in other outcomes from it than money.
I tend to think of my personal projects – fiction writing, that business, blogging, personal design projects – as “creative work” because I use the same skills as in my day job, but the projects are self assigned and chosen. From that perspective, when I think of hobbies outside of that, I think of activities that are less involved or one-offs – but as you point out, a lot of those could become larger ventures if given more energy and time. I like your flexibility in thinking about how activities can phase in and out of focus, level of effort, and whether or not they are compensated.
Gisteravond vond de 3e Nederlandstalige Obsidian meet-up plaats, dit keer met zeven deelnemers. Organisator was Christian. Het was al weer even geleden dat ik de eerste 2 sessies hield. Veel langer geleden dan ik me realiseerde toen ik het tijdens de sessie gisteren opzocht (de eerste was in april, de tweede in juli)
Omdat ik ziek in bed lig deed ik mee zonder camera en geluid. Af en toe liet ik van me horen in de chat van de online meet-up. Enkele voor mij bekende gezichten, zoals Wouter en Willy, en vooral nieuwe. Dat was prettig want zo hoor je nieuwe dingen.
Een paar dingen die me opvielen en in me opkwamen, voor mijn beperkte energie op was, en ik het gesprek verliet:
Ieder van ons heeft een lange geschiedenis met notitie-apps, en uiteindelijk wint volgens mij de toepassing die niet alleen frictie reduceert om dingen op te slaan en met die dingen te werken, maar die ook andere wegen openhoudt en je niet opsluit in het denken van de maker van de tool. Op een gegeven moment ging het over welke plugins we gebruiken, en ook daar hoorde je reserve voor plugins die je ‘opsluiten’ in de tool, d.w.z. die niet alleen functionaliteit toevoegen, maar ook inhoud die vervolgens buiten Obsidian niet toegankelijk is (in de platte tekstfiles waarin je notities zijn opgeslagen). Later las ik dat er een plugin is die dat opsluitend effect expliciet probeert tegen te gaan voor wat Obsidian zelf aan gegevens opslaat: de Obsidian metadata-extractor die de metadata naar je harde schijf schrijft zodat andere applicaties (zoals bijv AlfredApp) er bij kunnen. Hiermee kun je Obsidian directer vanuit andere applicaties aansturen als je wilt.
Digitaal eerst, of niet?
Digitaal of eerst op papier? Dat is een vraag die al vroeg aan bod kwam. Mede naar aanleiding van hoe Wouter Obsidian gebruikt. Hij doet alles eerst op papier, scant die pagina’s (met Genius Scan van Grizzly Labs op zijn telefoon), en maakt bij elke foto een korte index, zodat hij via de zoekfunctie de juiste scans kan vinden. Na de eerste meet-up waarin hij dat ook vertelde, ben ik mijn eigen papieren notitieboeken ook gaan scannen, met mijn CZUR staande scanner, en maak daar eveneens indexes bij. Dit keer werd me duidelijk dat hij dat net iets anders doet dan ik heb gedaan. Ik maak 1 index per notebook met links naar de plaatjes in de vorm “plaatje12 over #opendata en gesprek met XYZ”, Wouter maakt per scan een note met daarin zijn annotaties, zodat je de afbeelding meteen boven die annotaties ziet staan. Dat lijkt me weliswaar eleganter, maar ook meer werk.
Al heb ik zelf een sterke voorkeur in het meteen digitaal maken van mijn notities, is de rol van papier en pen wel degelijk belangrijk. De reden om als het kan digitaal-eerst te werken heeft vooral met de frictie te maken die de latere omzetting naar digitaal nog altijd betekent. Sinds klas 5 van de basisschool houd ik al notitieblokken vol aantekeningen bij. Dat is 4 decennia aan notitieblokken.
Fysiek iets schrijven is anders en levert andere verbindingen op dan tekst tikken op het scherm.
Fysiek omgaan met bestaande notities heeft dat andere effect ook bij mij: ik plak met enige regelmaat een reeks post-its met inhoud uit mijn notes op de muur om beter te snappen wat onderlinge verbanden kunnen zijn, ‘gaten’ te zien. Ik kan dat welisaar ook in tools als Tinderbox visueel doen op mijn scherm, maar het werkt anders omdat ik dan mijn handen niet gebruik, niet voor de muur in mijn kamer heen en weer drentel etc.
We hadden het ook over lezen op papier of digitaal. Ook daar speelt voor mij de wrijving een rol in hoe je aantekeningen later digitaal kunt verwerken. Ik lees vooral digitaal (het is veelal goedkoper en scheelt thuis vooral enorm veel ruimte), maar voor non-fictie is mijn eigenlijke voorkeur papier, vanwege het overzicht dat het biedt op een manier die e-readers nog altijd niet weten te bieden. Op mijn e-ink device, en voor PDFs die ik in Zotero verzamel is dingen in boeken markeren of in de kantlijn schrijven inmiddels naadloos naar mijn notities te krijgen, zodat ik ze daar inhoudelijk kan verwerken. In deze context werd ook het boek Proust and the Squid: The Story and Science of the Reading Brain van Maryanne Wolf genoemd.
Visueel en tekstgericht
Markdown is een opmaaktaal voor tekst, en Obsidian is een viewer op markdown files, en dus in principe geheel tekstgericht. Je kunt wel plaatjes opnemen maar dat zijn passieve afbeeldingen. Je kunt daarnaast Mermaid diagrammen maken, als manier om in tekst een diagram te definieren.
Tot nu toe was dat weinig nuttig voor me, omdat ik eigenlijk uitsluitend in edit-mode werk, en dan zie je alleen je eigen ruwe tekst, niet de opmaak of het diagram als je die toevoegt. Het is de reden dat veel mensen gelijktijdig de markdown tekst waarin ze werken en het visuele resultaat naast elkaar op hun scherm toonden, maar ik doe dat eigenlijk nooit.
Nu is er sinds kort de Live Preview modus (in beta), waarin je eigenlijk altijd het opgemaakte resultaat van je tekst ziet, totdat je je cursor ergens zet en begint te editen. Dan wordt daar lokaal je orginele markdown zichtbaar. Ik heb nu geen extra muisklikken nodig, en hoef geen extra schermpjes open te hebben om mijn markdown ‘live’ te zien. Dat maakt het weer veel aantrekkelijker voor me om ook visuele elementen in mijn notities (te proberen) te gebruiken.
Een van de deelnemers is een eindexamenkandidaat die de stof deels ook in schetsen en diagrammen vertaalt. Iets visueel maken helpt bij het internaliseren van stof, maar ook bij het naar voren halen van die kennis als je de afbeelding weer ziet. Ingewikkelde complexe dingen laten zich vaak makkelijker in een schets vangen dan in een platte tekst die per definitie lineariteit en hiërarchie suggereert. Tot mijn verrassing gebruikte hij een schetstool die volledig in Obsidian te integreren is, en waarmee je ook zelfs links in een afbeelding naar andere notes kunt opnemen. Die schetstool is Excalidraw, in principe een browsergebaseerde tool. waarvoor iemand een Obsidian plugin heeft gemaakt. Excalidraw is net als Obsidian zelf nog maar anderhalf jaar oud. Daar ga ik zeker mee experimenteren.
In de context van schetsen maken kwam ook The Back of the Napkin van Dan Roam ter sprake, en ik moest zelf ook denken aan sketchnoting en The Sketchnote Handbook van Mike Rohde (alleen al een tof boek omdat ik er in sta )
Een van de andere deelnemers, Roy Scholten is nadrukkelijk bezig met de rol van visualisatie in het overbrengen van kennis en het helpen bij duiding. Zijn blog Bildung zit vanaf nu in mijn feedreader.
Werk en Privé
Het laatste dat ik even wil aanstippen was een gesprek over of je in je notities werk en privé mengt of juist scheidt, en of je er aparte vaults (losse collecties in Obsidian) voor bijhoudt. Bij mij zit alles op 1 plek, onderscheid maak ik in een folderstructuur zodat dingen over bijvoorbeeld ons huishouden niet staan tussen dingen over een huidig klantproject. Al mijn conceptuele notities zitten wel in één folder, ongeacht het onderwerp, want daar telt de onderlinge (netwerk)verbinding het zwaarst. Mijn folderstructuur is niet thematisch gesplitst maar in aandachtsgebieden in mijn leven (zoals in de Getting Things Done methodiek, en in PARA al zitten mijn projecten allemaal in zo’n aandachtsgebied, anders dan PARA). Voor de genoemde eindexamenkandidaat lag er een splitsing tussen school en de rest, en dat kan ik me goed voorstellen. Je notities voor je eindexamen komen voort uit iets dat je wordt opgelegd, iets vooral buiten je eigen directe interesses of activiteiten. (Tijdens je studie is dat weer net wat anders, daar ontdek je juist welke aspecten je straks in je professie boeiend vindt, dus daar wordt het meer eigen, en minder externe verwachting ondanks de tentamenstructuur). Sommigen doen het net als ik, waar ‘alles’ in het systeem zit. Mijn PKM is deels gebouwd op Getting Things Done en daaruit vloeit die ‘allesomvattendheid’ al voort, maar ook op mijn persoonlijk opvatting dat er weinig verschil is tussen werk en niet-werk voor mij. In die context werd ook gesproken over Kanban of Trello boards voor thuis. Mijn primaire tools voor mijn werk en voor thuis zijn identiek eigenlijk, voor klanten hanteer ik daarnaast meestal andere (die ik grotendeels niet thuis zou willen inzetten, dat is waar). Het thuis hanteren van uit je werk bekende methoden om zo de logistiek thuis te vergemakkelijken, en ruimte te maken voor elkaar lijkt me vooral gezond. Onze eerste verjaardagsconferentie in 2008 ging al hierover.
Dank aan Christian voor het organiseren van deze bijeenkomst, en alle deelnemers voor het delen van hun ervaringen en werkwijzen.
Ook met andere Nederlandstalige Obsidiangebruikers van gedachten wisselen? Die Nederlandstalige Obsidian gebruikers vind je ‘allemaal’ op het Obsidian Discord kanaal #nederlands.