Vandaag deed de Rechter een belangwekkende uitspraak door het wettelijk fundament onder SyRI in strijd met de mensenrechten te verklaren. Het vonnis is een boeiend stuk om te lezen, zelfs al laat het enkele belangrijke zaken nog geheel buiten beschouwing (want die waren geen onderdeel van de zaak).
SyRI is het combineren van allerlei gegevens om te komen tot een risico-analyse voor fraude met sociale voorzieningen. De rechter merkt terecht op dat het bestrijden van fraude met sociale voorzieningen belangrijk is omdat de sociale zekerheid op solidariteit is gebaseerd, en fraude die solidariteit uitholt en daarmee het draagvlak voor voorzieningen kan ondermijnen.
“Allerlei gegevens” behelst hier een lijst, opgesomd in het vonnis (paragraaf 4.17) in 17 categoriën waaronder je arbeids-, fiscale, persoons-, scholings-, pensioen-, inkomens-, huisvestings-, zorggegevens, en alles over je eventuele schulden en boetes etc. Die gegevens worden op wijkniveau gecombineerd om adressen aan te wijzen met een ‘hoger risico’ op fraude met sociale voorzieningen.
De rechter stelt nu dat al die gegevens bij elkaar brengen voor dit doel niet proportioneel is t.o.v. de inbreuk op de privacy die het betekent voor alle bewoners van een wijk waarin zo’n onderzoek wordt uitgevoerd. En dus in strijd met Artikel 8 lid 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Artikel 8 lid 2 (geen buitensporige inmenging van het openbaar gezag in de privésfeer, PDF). Het gaat om heel veel gegevens, en bovendien is volstrekt niet transparant hoe die gegevens leiden tot een oordeel over risico’s. Mogelijk leidt het bestaan van SyRi zo juist tot een lagere bereidheid van mensen om gegevens te laten registreren, of te corrigeren, en daarmee ontstaat een feedback loop naar lagere datakwaliteit die SyRI als gereedschap ondermijnt en ook het maatschappelijk draagvlak zelf.
SyRI is sinds 2015 toegepast in Eindhoven (G.A.L.O.P. II), de Afrikaanderwijk te Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Rotterdam Bloemhof & Hillesluis en Haarlem Schalkwijk. Altijd in sociaal zwakkere wijken. En in contrast met alle verhalen over cutting edge dingen die je met big data en algoritmen kunt doen, werkt SyRi geheel niet. Het vonnis gaat daar verder niet op in, want het was geen onderdeel van de zaak. De Volkskrant achterhaalde vorig jaar echter dat er nog géén énkel fraudegeval is opgespoord sinds SyRI in 2014 wettelijk mogelijk werd. Maar iedere inwoner van de genoemde wijken is er wel als bij voorbaat verdacht voor aangemerkt.
Technische problemen, verkeerd aangeleverde data en discussie over de manier waarop het onderzoek moest worden uitgevoerd, leidden tot vertragingen. Ook speelde soms capaciteitsgebrek een rol, bij de deelnemende organisaties. De enige keer dat er daadwerkelijk via SyRI verkregen adressen nader zijn onderzocht, in Capelle aan den IJssel, bleek die informatie al bekend of inmiddels achterhaald. (Volkskrant 27 juni 2017)
Algoritmes leveren niet veel bruikbaars op als de gegevens waar ze op los worden gelaten mager van kwaliteit zijn. En de kwaliteit van de Nederlandse data-huishouding (buiten taakspecialisten als CBS, etc) is redelijk laag. Met name juist bij gemeenten, waar SyRI voor in het leven is geroepen. En al is je data op orde, trappen algoritmes al snel open deuren in, deuren die met bestaande methoden al lang waren gevonden. Precies zoals het in Capelle aan den IJssel dus ging met SyRi, het enige geval waar er überhaupt output was. In november was ik bij een boeiende en krachtige voordracht van Karin Akkers van de Gemeente Den Bosch, die een SyRI-achtig (maar niet SyRi gebaseerd) experiment deden op zoek naar criminaliteit in wijken (ihkv ondermijning). Uiteindelijk bleek uit al het werk dat met name alleenstaande mannen tussen de 20 en 40 (ik parafraseer die getallen) een hoger risico op criminaliteit betekenen. Dat is op z’n zachtst gezegd geen nieuw inzicht. De Gemeente Den Bosch hield een feestelijke ‘data deleting’ borrel en nam afscheid van het experiment. (Wel leerden ze dat allerlei partijen van elkaar niet weten dat ze bij een bepaald gezin betrokken zijn. Ook geen nieuw inzicht, maar wel een bruikbare wake-up call voor de betrokkenen)
Je kunt ook vraagtekens zetten bij de keuze om zoiets als dit op wijkniveau te doen, de ‘wijkgerichte aanpak (WGA)’ betekent immers dat iemand ergens beslist dat jouw wijk een probleemgeval is, en dat een andere wijk dat zeker niet is. Tenzij je ook hier heldere criteria hanteert die aantoonbaar relevant zijn, liggen vooroordelen op de loer. Ja, een hele gemeente onder de loupe nemen is nog meer disproportioneel, maar het is tenminste niet stigmatiserend voor een wijk.
Ik ben ook nieuwsgierig naar wat de kosten tot nu toe zijn geweest van het gebruik van SyRi en het opzetten van de onderzoeken in de genoemde wijken. Met name hoe zich dat bedrag verhoudt met wat die gemeenten denken dat het fraudebedrag is met hun sociale voorzieningen. Proportionaliteit is niet alleen van toepassing op inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, maar ook een factor in de publieke verantwoording van overheidsuitgaven. Nu is die verhouding sowieso zoek omdat er nergens resultaten zijn geboekt met SyRI, maar stel dat het 100% had gewerkt, hoeveel fraude had een gemeente er maximaal mee gedacht op te sporen? Hoe groot is het probleem eigenlijk, weet men dat (het CBS lijkt te weten dat het in heel Nederland bijna altijd om geringe bedragen per geval gaat), en past de (niet werkende) oplossing daar wel bij?
Capelle, een van de plekken waar SyRi precies niets over te melden had.
Als je big data doet, zorg dan dat je volledig transparant bent over hoe je het doet en wat je doet, dat het past bij het probleem dat je wilt aanpakken, dat alle betrokkenen ook echt een verantwoord onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren met de juiste vaardigheden, en dat de gebruikte data op orde is en aantoonbaar relevant en noodzakelijk voor je casus. Voordat je die voorwaarden hebt ingevuld is elk bigdata project een ongericht projectiel en in zichzelf schadelijker dan enig resultaat dat er uit voort mocht komen.