In reply to
op StoryminesSinds twee jaar doe ik iets soortgelijks. Bij ieder spreekverzoek op een conferentie kijk ik naar wie nog meer komt, en of er, als er panels zijn, evenwicht in een panel zit. Als ik zelf niet kan, geef ik vrouwen op als alternatieve sprekers. Bij mijn panel deelname op een conferentie in Servië vorig jaar september, was het panel in evenwicht. Een half jaar eerder in Servië was het ook in orde. Mijn optreden bij State of the Net afgelopen jaar vond ik lastiger, in die zin. Te weinig vrouwen als spreker vond ik (3 van de 11), en telkens drie sprekers werden in een panel gezet, waardoor je dus geheel mannelijke panels kreeg. Wel heb ik, ik zit in het adviescomité van dat congres, zelf alleen vrouwelijke sprekers voorgedragen. Uiteindelijk ben ik wel gegaan, enerzijds omdat ik zelf een geheel nieuw verhaal wilde testen op een relevant publiek, anderzijds om een goede vriend die het organiseert niet teleur te stellen. Maar het betekent wel iets voor hoe ik dit jaar mijn adviserende rol in wil vullen.
Als event-organisator weet ik dat het kan, een gebalanceerde sprekerslijst en dito panels. Je moet wel zorgen dat je netwerk bij voorbaat al gebalanceerder is. Zo probeer ik dat bijvoorbeeld al te doen in mijn feedreader bij de weblogs die ik volg. Er is een overvloed aan vakmensen en denkers, als je die niet vindt ligt het niet aan die mensen. Als ik bijvoorbeeld vrouwelijke sprekers wil kunnen aanraden moet ik ze zelf ook eerst kennen: netwerken is gewoon een continue activiteit. Als event-organiser moet je er ook rekening mee houden dat mannen en vrouwen verschillend op een uitnodiging te spreken reageren. Mannen zijn eerder gevleid en gaan er vanuit dat ze wel een relevant verhaal kunnen houden. Vrouwen reageren eerder met reserve t.a.v. match van hun eigen kwalificaties en wat je zegt te zoeken voor je conferentie (er is altijd wel iemand beter), of planningsproblemen. Bij internationale conferenties die ik organiseerde nodigden we dan ook twee vrouwelijke sprekers t.o.v iedere man uit. In de praktijk kwam je dan op het omgekeerde uit, 1 op de 3 vrouwen als spreker. Het had nog een stuk beter gekund met meer vasthoudendheid (en betere planning) van onze kant. In Zweden op technische conferenties waar ik sprak was het altijd keurig 50-50. Ook in de organisatie zelf, en dat is volgens mij al het halve werk.