(Deze blogpost publiceerde ik oorspronkelijk op de site van mijn werkgever, en heb ik in 2021 aan het archief hier toegevoegd.)
Tijdens de TINE afgelopen week in de Rai vond het middagsymposium Blognomics plaats. Dit evenement, georganiseerd door Guido van Nispen, Krijn Schuurman en anderen bracht een grote groep mensen uit de wereld van media, bedrijfsleven en politiek, als ook natuurlijk webloggers bijeen. Voor het eerst in Nederland een broodnodige bredere discussie over de verschillende invalshoeken die je kunt nemen om nieuwe media als weblogs te duiden.
Er is in de afgelopen dagen al heel wat geschreven over de inhoud van het evenement, dus daar hoef ik niet al te veel op in te gaan. Kijk eens bij Technorati voor een overzicht, en natuurlijk op Blognomics.nl voor alle presentaties. Frank Meeuwsen heeft bovendien gedurende de bijeenkomst video en geluidsopnamen on-line gezet. Wel wil ik graag wat indrukken delen die ik elders niet ben tegengekomen.
Paul Molenaar, Ilse Media
Paul Molenaar van Ilse Media (o.a. van http://web-log.nl/) gaf blijk van de heldere visie die hij heeft op weblogs. Ilse Media biedt op dit moment faciliteiten aan 90.000 Nederlandse actieve weblogs. Een meerderheid van de webloggers is overigens vrouw, en de grootste groep is tussen de 15 en 30 jaar oud. Ilse Media heeft scherp in de gaten dat je met weblogs niet langer van een anonieme massa(markt) kunt spreken die als uniforme groep te beschouwen is, maar dat de individuele stemmen en gezichten van mensen in die massa met hun weblog zichtbaar worden. Over de economische waarde van weblogs was hij duidelijk: Waarde is daar waar de gebruikers zijn, dus wij zijn waar de gebruikers zijn. En die gebruikers zijn massaal aan het bloggen geslagen. Daarmee lijkt Ilse Media goed te beseffen dat weblogs een Long Tail vormen, en dat het feit dat het merendeel aan weblogs slechts enkele bezoekers trekt niet interessant is. Een weblog is immers vooral een middel om in contact te blijven met het eigen sociaal netwerk, en niet zozeer een publicatie op zich. Het gaat erom dat als je over alle weblogs heen kijkt er patronen ontstaan die wel een economisch aantrekkelijk volume vormen. Uiteraard zijn er af en toe ook blogs die wel veel bezoekers trekken, de Superblogs zoals Paul ze noemde. Deze gaan zich naarmate ze groter worden echter meer als traditionele media gedragen, en vallen daarmee binnen meer vertrouwde economische modellen.
Toch sloop ook hier en daar nog de impliciete aanname in het verhaal dat het plaatsen van dingen op het internet publicatie met een zo groot mogelijk lezerspubliek ten doel heeft. Enkele referenties aan het feit dat veel mensen over hun kat schrijven bijv. hoeveel kattenfoto’s kun je verdragen? zijn daar een voorbeeld van. Het is denk ik helemaal niet de bedoeling van die mensen om iedereen hun kat te laten zien, zij denken bij het plaatsen slechts aan diegenen met wie ze via hun weblog in contact blijven. Het feit dat iedereen ter wereld in principe je internetpagina zou kunnen bezoeken, wil niet automatisch zeggen dat iedereen met een internetpagina dat ook als doelstelling heeft.
MSN Spaces
MSN Spaces, waarmee MSN gebruikers een gratis weblog biedt,is nog maar net begonnen maar in Nederland zijn er inmiddels al een half miljoen (op 4.5 miljoen wereldwijd). Veel voorbeelden van hoe mensen deze ruimtes inrichten met vooral heel ‘gewone’ informatie over zichzelf, hun vrienden en hun voorkeuren. Opvallend vond ik vooral hoe Joost Bon elke keer dat hij het over die zo doodgewone content had een lachje niet kon onderdrukken. Alsof het eigenlijk raar was om daarover in een zakelijke context te praten. Niettemin zijn het natuurlijk wel die doodgewone dagelijkse dingen van mensen waar MS zijn geld aan wil verdienen. Gevraagd naar een businessmodel bleef het antwoord uit, maar het laat zich raden. Met een gigantisch inzicht in muziek- en andere voorkeuren van groepen vrienden op het net, is het aanbieden van zeer gerichte informatie en advertentieruimte aan derden een grote potentiële inkomstenbron.
Meüs van der Poel over politiek en weblogs
Een uitstekend verhaal kwam van Meüs van der Poel van Politiek Online met een scherp beeld van de communicatieve eigenschappen van weblogs. Hij vond het jammer dat zoveel politieke weblogs nog zo weinig echt een gesprek met de burger/lezer beginnen. Veel weblogs, zoals die van Gerrit Zalm, zijn van het type ‘droog agendaverslag’ en zonder reactiemogelijkheid, al zijn er ook die het smeuïger brengen zoals Klaas de Vries. Weinig vrouwelijke politici met een weblog, evenredig met het feit dat er relatief weinig vrouwelijke politici zijn. Wat me opviel was dat juist de weblogs van vrouwelijke politici die genoemd werden (Brechtje Paardekoper, Eske van Egerschot) anders van stijl waren, geen agendaverslagen maar meer life-style weblogs. Ook Margot Wallström, vice-president van de Europese Commissie heeft dat soort accenten in haar weblog. Meer in gesprek met de lezer, en wat minder ‘en toen, en toen, en toen’. Ook maakte Meüs van der Poel de observatie dat officiële sites (zoals die van de Tweede Kamer) niet linken naar de weblogs van de politici. De gemeente Enschede is kennelijk een uitzondering, met een link naar het weblog van een wethouder. (download presentatie in pdf)
Peter Olsthoorn, over weblogs en journalistiek
Peter Olsthoorn, zelfstandig journalist, gaf een aantal prikkelende inzichten en stellingen als stimulans om de discussie met de zaal op gang te brengen. Hij deelt kennelijk mijn voorkeur om zoveel mogelijk het gesprek op gang te brengen, en niet te lang in de presentatie-vorm van 1 spreker en veel luisteraars te blijven hangen. Ook tijdens de borrel een geanimeerd gesprek. Hij schetste de uitdagingen voor zowel de pers als de weblogs in het vinden van een nieuw evenwicht in het sterk veranderde media-landschap. Duiding en wederhoor blijven rollen waarin de pers zich kan onderscheiden, maar daar moeten ze dan wel steengoed in zijn. Laten ze steken vallen dan duiken de weblogs daar bovenop. Zijn standpunt was helder: weblogs zijn geen journalistiek maar een publicatiegereedschap. Maar daarmee is de discussie over de rol van media, en hoe te reageren op een ineens massaal webloggend publiek volgens Peter nog lang niet afgerond.
Marco Derksen: bedrijven, doe nu iets met weblogs!
Marco Derksen (Marketingfacts en Upstream) hield ons in een ontspannen en informatieve presentatie voor hoe bedrijven met webloggen om kunnen gaan. Belangrijkste constatering van Marco is dat alle bedrijven op zijn minst moeten nagaan hoe en wat er over hen wordt geschreven in weblogs. Met een tool als Blogpulse is dat na te gaan. (Bijvoorbeeld voor Proven Partners) Vervolgstappen kunnen dan zijn het adverteren in blogs, een blog sponsoren, of zelf een weblog beginnen. Wat je ook doet, aldus Marco, begin er nu bewust mee. Je hoeft niet snel te gaan, of voorop te lopen, maar organisaties kunnen zich niet langer permitteren zich niet met weblogs bezig te houden. Gelijk heeft hij!
Enkele gedachten
In het algemeen viel me op dat voor velen, ook bij de sprekers, het moeilijk is los te laten dat iets publiceren op internet automatisch betekent dat het de schrijver om een massapubliek te doen is. Eén zender gericht op een groot publiek is volgens mij niet een bruikbaar model om de opkomst van weblogs te verklaren, en de betekenis te duiden, en kijkt denk ik ook te veel naar een weblog als een op zichzelf staande publicatie. Een weblogger is eerder iemand die in gesprek is met zijn sociale omgeving, en dan is een weblog dus een deel van dat gesprek. Reacties staan in de commentaren en in andere weblogs. Die gesprekken vormen (nieuwe) sociale netwerken. Dat werpt ook een heel ander licht op de kritiek van Peter Olsthoorn dat weblogs zich niet aan journalistieke standaarden houden. Publicaties zou je dat kunnen verwijten, gesprekken niet. (Overigens wordt deze standaard wel terecht door hem gelegd voor die weblogs die zich daadwerkelijk als massamedium (willen) gedragen.)
Eén perspectief was opvallend afwezig in dit symposium, en wel het gebruik van weblogs (en andere social software) voor interne doeleinden in een organisatie. Daarover gaan we het aanstaande woensdag uitgebreid hebben in de Kenniscirkelbijeenkomst te Utrecht. Tijdens Blognomics werd veel gesproken over hoe financieel gewin te halen is uit weblogs. Eén van de aanwezigen, Colby Stuart, zei daarover dat het beter is om de sociale en relationele waarde van weblogs eerst verder te laten groeien, alvorens te kapitaliseren. Daarin ligt volgens mij de sleutel van succes voor social software binnen organisaties. De kapitalisatie volgt dan in het reguliere primaire proces.
Blognomics was een uitstekend initiatief!