In januari schreef ik aangenaam verrast over de Provincie Overijssel die hun iconenset uit de huisstijl onder een Creative Commons licentie hadden gepubliceerd. Ik schreef de Provincie er een complimenterende e-mail over, en stelde de vraag welke Creative Commons licentie er precies bedoeld werd. Want dat was niet duidelijk op de website. Zo was niet helder of naamsvermelding gewenst was, of commercieel hergebruik was toegestaan, en of afgeleid werk onder dezelfde condities moest worden gelicentieerd. Ik kreeg een mail terug met de aankondiging dat ze een aanpassing zouden doen.

Tot mijn verbazing was de aanpassing niet een verduidelijking maar een terugdraaiing van het geheel. De Creative Commons licentie is verdwenen en de site laat nu alleen het gebruik van de iconen toe voor en door de Provincie en hun leveranciers.

Ik stuurde een teleurgestelde e-mail, waarin ik vragen stelde over hoe de nieuwe keuze tot stand gekomen is. Dat wordt natuurlijk al snel een lange mail, omdat het bij dit soort zaken snel over details gaat. Elke vlottere formulering roept dan weer al gauw nieuwe vragen op. Het was dan ook prettig dat een van de communicatie-teamleden me vanmiddag belde om wat context te verschaffen.

Het toevoegen van CC aan de iconen was een door een medewerker gedaan experiment , op basis van ervaringen met eerdere iconen die onder CC beschikbaar waren. De intentie was om CC wat meer gebruik te geven. Dat maakt het bijvoorbeeld ook voor andere overheden makkelijker om dingen van elkaar her te gebruiken. Daar heeft iedereen profijt van. Maar juist bij creatieve uitingen (anders dan bijvoorbeeld bij data waar landelijk beleid geldt t.a.v. CC gebruik) zijn er meer auteursrechtelijke aspecten om rekening mee te houden. Commercieel hergebruik van de creatieve uitingen van een ander zijn dan praktisch en gevoelsmatig een andere stap. We hebben het over de huisstijl van de Provincie, dus wil je wel dat diezelfde iconen ‘overal’ kunnen opduiken? Het is niet de bedoeling dat andermans uitingen met die van jou worden geassocieerd.

Voortschrijdend inzicht op grond van die afwegingen, zijn de oorzaak dat men is teruggekeerd van de oorspronkelijke goede intentie. Dat is goed, al is het resultaat dat er jammer genoeg toch geen CC licentie aan de iconenset hangt. Een experiment is precies dat: een experiment, en dat betekent dat je ook kunt concluderen dat het niet voldeed.

Er zijn natuurlijk opener, minder open, en meer gesloten vormen van CC licenties. Dat is het hele punt van CC: dat je selectief op voorhand voor bepaalde hergebruiksvormen al toestemming verleent, zonder dat iedereen dat bij de auteursrechthebbende moet vragen. Van alle rechten voorbehouden naar sommige rechten voorbehouden.

Het blijft lovenswaardig dat het communicatieteam de intentie had en heeft om met CC te werken. En het is heel prettig dat er contact is opgenomen, dat praat makkelijker. Hopelijk leidt het er toe dat bij een volgende kans er wel een CC licentie gehanteerd kan worden.

In algemene zin, zou het helpen als het Ministerie van BZK, als houder van het dossier rond open overheid en open data, en de directie van decentrale overheden zoals een provincie hier sterker sturend in zouden zijn. Dan zijn experimenten niet nodig, en ontstaat er ook geen angst of zorg op de werkvloer voor mogelijk onbedoelde gevolgen, waardoor je voorzichtige terugtrekkingen als dit krijgt. Die voorzichtigheid is een normale voorspelbare menselijke reactie, maar die kun je in je organisatie onnodig maken. BZK stelt al als beleidslijn dat CC0 en CCBY voor data publicaties gehanteerd moeten worden. Open standaarden zijn al 11 jaren verplicht (maar weinig overheden houden zich daaraan in de praktijk). Het hanteren van een eenduidige praktische interpretatie van de auteurswet ook voor creatieve uitingen van overheden en de daarmee verbonden logische licentiekeuzes door BZK, en het bekrachtigen daarvan door het bestuur van decentrale overheden zou hier helpen. Er is voldoende ervaring inmiddels om het BZK mogelijk te maken hierin normerend op te treden.